VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Waardevermindering kostbare Audi onvoldoende onderbouwd: Aon keert 8.000 extra uit

Geplaatst op: 01-09-2020, 12:59:51

De eigenaar van een exclusieve Audi RS6 wil in 2018 zijn auto verkopen na een aanrijding buiten zijn schuld om. Ondanks dat de Audi helemaal op kosten van de verzekeraar van de tegenpartij One Underwriting (Aon), hersteld is, levert de auto toch minder op bij een verkoop. Volgens de door Aon ingeschakelde expertisedienst CED bedraagt de waardevermindering hoogstens 4.500 euro. De eigenaar wil echter 12.500 euro hebben.

Het herstel van de auto met een nieuwwaarde van bijna twee ton kost 35.000 euro. Ondanks dat het herstel perfect is uitgevoerd, wil hij niet in ‘een schadeauto’ blijven rijden. Als hij de auto wil inruilen, wordt hij geconfronteerd met een waardevermindering als gevolg van de schade. De eigenaar schakelt het bureau Bolsenbroek & Partners in om de waardevermindering te taxeren.

Drie schattingen van handelaren

Volgens Bolsenbroek is er op de markt voor zeer exclusieve auto’s geen eenduidige objectivering van de waardevermindering mogelijk. Het bureau vraagt daarom drie verschillende handelaren in exclusieve auto’s wat volgens hen de waardevermindering zou moeten zijn. De bedragen lopen uiteen van 9.000 tot 19.000 euro. Twee van hen geven bovendien aan een auto met een dergelijk zwaar schadeverleden niet zelf in de showroom te zetten, maar alleen door te verkopen aan een andere handelaar.

‘Arbeid is bepalende factor’

Op basis van dit resultaat vraagt Bolsenbroek aanvullend 12.500 euro van Aon. Die weigert en schakelt CED in voor een deskundigenoordeel. CED stelt onder meer dat er relatief weinig arbeid- en spuitkosten op het herstel geweest zijn. Het grootste deel van het schadebedrag is opgegaan aan nieuwe onderdelen. Volgens CED is arbeid de bepalende factor voor de waardevermindering en komt die daarom hooguit op 4.500 euro uit. Dat bedrag maakt Aon aanvullend over.

Geen verduidelijking CED

Bij de kantonrechter in Eindhoven moet Aon echter bakzeil halen. Net als Bolsenbroek vindt de rechter dat CED onvoldoende heeft onderbouwd waar de waardevermindering van 4.500 op gebaseerd is. Het had op de weg van Aon gelegen om CED te laten reageren op de opmerkingen van Bolsenbroek, maar die verduidelijking blijft achterwege. De rechter besluit daarom het CED-rapport buiten beschouwing te laten.

Hoewel volgens het nog niet gepubliceerde vonnis een schadebedrag op basis van drie schattingen handelaren ook wat mager is, ziet de rechter geen ander alternatief dan aansluiting te zoeken bij de conclusie van Bolsenbroek. Aon moet aanvullend 8.000 euro overmaken.

‘Onafhankelijkheid bestaat niet’

Bolsenbroek zegt in een reactie dat deze zaak weer een voorbeeld is van de slager die zijn eigen vlees keurt. “Aon geeft de opdracht aan CED om te begroten. De vermeende onafhankelijkheid bestaat hierbij niet. Deze uitspraak mag en kan dienen als voorbeeld dat de macht van verzekeraars hier niet hoeft op te gaan, mits je maar doorzet.”

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 31 augustus 2020 op www.amweb.nl

Vorige pagina